Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook gouden muizen, naar het getal van alle steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de vaste steden af tot aan de landvlekken; en tot aan [36]Abel, den groten [steen], op denwelken zij de ark des HEEREN nedergesteld hadden, [37]die tot op dezen dag is op den akker van Jozua, den Beth-semiet. 36. Dat is, klacht. Zie van dezen steen boven, vs.14,15. Waarom hij zo genaamd wordt, zie vs.19. Vergelijk Gen.50:11. 37. Eenigen verstaan hier de ark, maar anderen den steen, hetwelk gelooflijker is.